Tag archieven: benedenwindse eilanden

Illegaal wapen? Lever het in!

Fasten your seat belts, zei de Curaçaose minister van justitie Nelson Navarro vorig jaar bij zijn aantreden tegen het legertje criminelen op het eiland. Nou, dat hebben ze gedaan, maar niet zoals Navarro had bedoeld. Vorige week werd er op de luchthaven een bendeoorlog uitgevochten. Te midden van aankomende toeristen vonden twee bendeleden in een regen van kogels de dood, zes omstanders raakten gewond waarna de daders met volle vaart wegreden, dwars door de barrières van de luchthaven.

wapens curaçaoEen paar dagen later klonk er weer harde taal: Ta basta awor (Nu is het genoeg). Justitie nam concrete maatregelen zoals preventieve fouillering van burgers en ondersteuning voor de politie van de Curaçaose militie en het Vrijwilligers Korps Curaçao (VKC). Als klap op de vuurpijl kondigde het openbaar ministerie aan dat iedereen tot en met eind augustus zijn illegale vuurwapen ongestraft kan inleveren en daarvoor 100 gulden mag incasseren (ca €40).

Het Antilliaans Dagblad meldde direct smalend dat een beetje crimineel voor 100 gulden zijn wapen niet zou inleveren. “Zij verdienen met de handel in drugs in een fractie van een seconden meer dan wij met z’n allen in een heel jaar.”

Toch werden er op de tweede dag al vier wapens ingeleverd, inclusief enkele kogels. Maar of dit helpt tegen de criminaliteit is nog maar de vraag. Want het AD heeft gelijk, de echte criminelen zijn wel gek om afstand te doen van hun wapens. Eind augustus kunnen we de balans opmaken.    Terug naar DitzSchrijft.nl

Dag van de Vlag

Vandaag hebben alle Curaçaoënaars een vrije dag. Op 2 juli wordt namelijk de Dag van de Vlag gevierd, officieel genaamd: dia di himno i bandera (dag van het volkslied en de vlag).
Tegenwoordig is Curaçao een land en is een eigen vlag dus heel gewoon. Maar in 1983, toen de nieuwe vlag op 2 juli feestelijk werd gepresenteerd, was een vlag niet per se noodzakelijk. Curaçao maakte deel uit van de Nederlandse Antillen en dat land had al een vlag. Maar de eilanden wilden natuurlijk hun eigen identiteit uitdragen en zo werd in 1981 een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor een Curaçaose vlag.
vlag CuraçaoWinnaar van die wedstrijd was Maarten den Dulk met een symbolisch vlagontwerp:
De bovenste blauwe baan symboliseert de hemel, de onderste baan de zee die het eiland aan alle kanten omsluit. De blauwe kleur staat ook symbool voor de trouwhartigheid van het Curaçaose volk. De gele band verwijst naar de felle zon  en het vrolijke karakter van de Curaçaoënaar. De grote ster staat voor Curaçao en de kleine voor Klein-Curaçao. Tot slot verwijzen de vijf punten van de sterren naar de vijf continenten waar de verschillende bevolkingsgroepen van Curaçao vandaan komen. De sterren zijn tevens het symbool van vertrouwen, hoop en verwachting. De witte kleur ervan wijst op het streven naar vrede en geluk.   Terug naar DitzSchrijft.nl

Nogmaals Green Force Curaçao

Op de zaterdag voor Pinksteren verscheen een uitgebreid artikel van mij over Green Force Curaçao in de Curaçaose Ñapa. Wie meer wil weten over de drijfveren van Timo Brouwer, maar ook over de tegenwerking die hij krijgt, leze  GreenForce Ñapa

Logo Green ForceTerug naar DitzSchrijft.nl

 

Recycling in de West

De twee eilanden Bonaire en Curaçao liggen vlak bij elkaar. Bonaire valt rechtstreeks onder Nederland, Curaçao heeft een eigen regering. Dat verschil is merkbaar wanneer het om recycling gaat. Op Bonaire verstrekt Nederland subsidies, op Curaçao regelt Timo Brouwer in z’n eentje dat plastic en blikjes worden ingezameld en verwerkt. Lees het artikel over dit onderwerp van Janita Monna en mijzelf in dagblad Trouw: Recycling Bon en Cur en Recycling Bon en Cur2.

GreenForce Curaçao zorgt voor afvalbakken op de stranden van Curaçao (foto: GreenForce)

GreenForce Curaçao zorgt voor afvalbakken op de stranden van Curaçao (foto: GreenForce)

Terug naar DitzSchrijft.nl

 

Porto Marie genomineerd

Els Langenfeld, de schrijfster van Porto Marie, overleed bijna een jaar geleden. Haar boek was net uit. Deze week kwam het bericht dat dit boek, met drie korte, historische verhalen over de Curaçaose plantage Porto Marie, door de Nederlandse TaalUnie is Porto Mariegenomineerd voor de Inktaap 2015. De Inktaap is dé literaire jongerenprijs van het Nederlandse taalgebied, waarbij leerlingen uit het hele Nederlandse taalgebied worden geconfronteerd met actuele literatuur, namelijk de winnaars van de Ako Literatuurprijs, de Gouden Boekenuil, de Libris Literatuur Prijs én de nominatie uit de Cariben. En dat is dus Porto Marie.

De korte verhalen gaan vooral over de gewone, gekleurde bewoners van Porto Marie. Het eerste verhaal speelt in 1738, het tweede in 1795 tijdens de grote slavenopstand op het eiland en het derde verhaal uit 1888 laat zien dat de gekleurde bevolking ook na de afschaffing van de slavernij in 1863 nog steeds een afhankelijke positie inneemt.

In het komende schooljaar vormen leerlingen in de leeftijd van 15 tot 18 jaar plaatselijke jury’s. Zij lezen de vier boeken, praten erover en kiezen uiteindelijk de winnaar die op 10 maart 2015 bekend zal worden.   Terug naar DitzSchrijft.nl

Broeden naast een lokvogel

Op een kunstmatig eiland op Bonaire, te midden van de roze flamigo’s, zijn de laatste weken tientallen sterns neergestreken. Ze werden gelokt door houten soortgenoten, die werknemers van Cargill Bonaire (dat zout oogst en verwerkt) hebben gemaakt. Inmiddels, medio mei 2014, broeden er meer dan negentig paartjes Amerikaanse Dwergsterns (Sternula antillarum) en twee paar Visdieven (Sterna hirundo).sterns De lokvogels staan op een kunstmatig broedeiland, waar de sterns in alle rust kunnen broeden. Dat is wel nodig ook, want de vogels broeden in kolonies op de grond en zijn dus zeer kwetsbaar voor rovers zoals katten en ratten. Bonaire is de eerste plek in het Caraïbisch gebied waar deze aanpak wordt toegepast. Een deel van het gebied waar het kunstmatige eilandje ligt is wettelijk beschermd onder het internationale Ramsar-verdrag.              Terug naar DitzSchrijft.nl

 

Gandelman geen Antilliaans oorlogsslachtoffer

Marco Gandelman Jos Rozenburg heeft jaren lang onderzoek gedaan naar Antilliaanse oorlogsslachtoffers. Wat blijkt, het zijn er niet 129, maar 166. Dat schrijft hij in zijn boek De  Antillen in de Tweede Wereldoorlog, dat net is uitgekomen. Op de website www.antillesatwar.com staan alle namen en gegevens die bekend zijn van de Antilliaanse oorlogsslachtoffers. Wie ontbreekt is Marco Gandelman. Navraag bij de auteur leert dat er in 1957 criteria zijn opgesteld, waaraan Marco niet voldoet. Deze in Polen geboren Asjkenazische jood kwam in 1929 met zijn ouders naar Curaçao, maar was (nog) geen Nederlander. Ook stond hij niet ingeschreven bij de burgerlijke stand op het eiland. En dan ben je volgens die criteria geen Antilliaans oorlogsslachtoffer.

In 1939 vertrok Marco, twintig jaar oud, naar Nederland, om in een jeshieve een opleiding tot rabbijn te volgen. In de oorlog diende hij vermoedelijk NA in WO2in het Nederlandse leger. Het Rode Kruis meldde in 1945 namelijk dat Marco gevangen had gezeten in een krijgsgevangenkamp in Cieszyn, op de grens van het huidige Polen en Tsjechië. Daar zou hij aan de tyfus zijn overleden.

Geen Nederlander, niet geboren op een van de Antilliaanse eilanden en niet ingeschreven bij de burgerlijke stand. Het blijven natuurlijk maar regeltjes. Voor veel Antillianen, en zeker voor de Asjkenazische joden op Curaçao, hoort ook Marco Gandelman tot de oorlogsslachtoffers die vandaag, op 4 mei, herdacht worden.   Terug naar DitzSchrijft.nl

Oranje op Curaçao

Oranje gevel CuraçaoVandaag vieren we de eerste Koningsdag. Althans in Nederland. Op Curaçao vieren ze het als vanouds op 30 april, omdat daar ook 1 mei een feestdag is. Wel zo handig, twee feestdagen achter elkaar.

Maar de oranjeliefde is er even groot, zo niet groter dan in Nederland. Na het nieuws van de aanstaande troonswisseling vorig jaar grepen redactie en directie van de Papiamentstalige krant Ultimo Noticia meteen de verfpot voor een feestelijke aankleding van hun historische pand. Met dit fraaie resultaat.  Terug naar DitzSchrijft.nl

 

Doe wat aan Otrobanda!

In december 2013 schreef ik over de roman Verkiezingsdans van Jopi Hart. Behalve boeken schrijven doet Jopi nog veel meer. Hij is een echte Otrobandista en zet zich al jaren in voor het behoud van de wijk Otrobanda, die eind 17e eeuw geleidelijk aan groeide.

zo zien nog te veel huizen in Otrobanda eruit

zo zien nog te veel huizen in Otrobanda eruit

Namens de Fundashon Sirbi Komunidat roept hij de politiek nu op om geen nieuwe huizen te bouwen bij het landhuis Wechi, aan de Weg naar Westpunt. En hij heeft gelijk. Het is een stuk ongerepte natuur dat veel te ver van de stad ligt.

Jopi plaatst de huizenbouw in een breder perspectief. Ik citeer: “Om werk te scheppen moet de economie groeien. Om de economie te doen groeien moet er geïnvesteerd worden in activiteiten die inkomens genereren. Een van deze activiteiten is de bouw en onderhoud van gebouwen. Een andere activiteit is het toerisme, dat ook bijdraagt aan onderhoud en constructie, naast dienstverlening in de wijdste zin van het woord. Al deze activiteiten zijn met elkaar verbonden.”

Maar zo kan het ook

Maar zo kan het ook

“Een voorbeeld: wanneer een historisch pand in het stadscentrum wordt onderhouden, schept dit werk in de bouw en verhoogt daarbij meteen het historische aspect van de stad waardoor ook een bijdrage wordt geleverd aan het toeristisch product. Dit schept werkgelegenheid in het toerisme en meer inkomen voor de werkende bevolking. In plaats van huizen te bouwen buiten de stad, concentreren wij ons op onderhoud van onze historische stad, bouwen we woningen en appartementen in de binnenstad, zodat er meer werkgelegenheid wordt geschapen, wat meer inkomen oplevert, er meer mensen in de stad verblijven, die meer inkopen doen, en er daardoor meer leven in de brouwerij komt. Zelfs transportkosten worden minder wanneer men in de stad woont en werkt.”

Wat kan ik hier nog aan toevoegen? Terug naar DitzSchrijft.nl Zie ook: monumentenverval Curaçao

Langneusvleermuizen vliegen naar Venezuela

Sinds ik op Curaçao ’s nachts op pad ben geweest met een vleermuizenonderzoekster, heb ik een passie voor vleermuizen

Langneusvleermuis

Langneusvleermuis

ontwikkeld. Het zijn kleine beestjes, die al van het minste of geringste schrikken en door veel mensen eng gevonden worden. Ten onrechte trouwens.

Nu blijkt dat die vliegende muisjes forse afstanden kunnen afleggen. Vorige maand zijn vier Langneusvleermuizen (Leptonycteris curasoae), die op Aruba en Bonaire waren geringd, in Venezuela gevangen door een team van wetenschappers. Dat gebeurde onder leiding van Dr. Jafet Nassar van het Venezolaanse Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek dicht bij de stad Coro in de staat Falcón. Er waren altijd wel vermoedens dat vleermuizen verder kwamen dan hun eigen eiland, maar nu is er dus zekerheid.

Deze vangsten tonen aan dat het niet gaat om gescheiden populaties voor de eilanden en het vasteland, maar dat er een meta-populatie is voor de gehele eco-regio.

De ontdekking is het resultaat van meer dan vijf jaar  wetenschappelijk onderzoek door STINAPA Bonaire, CARMABI, Arikok National Park (verenigd in ‘The Bat Conservation Program of the ABC islands PPRABC), het Venezolaanse Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek en een lange lijst vrijwilligers en ondersteunende organisaties. Meer dan 6000 individuele vleermuizen zijn gevangen en geringd.   Terug naar DitzSchrijft.nl