Jos Rozenburg heeft jaren lang onderzoek gedaan naar Antilliaanse oorlogsslachtoffers. Wat blijkt, het zijn er niet 129, maar 166. Dat schrijft hij in zijn boek De Antillen in de Tweede Wereldoorlog, dat net is uitgekomen. Op de website www.antillesatwar.com staan alle namen en gegevens die bekend zijn van de Antilliaanse oorlogsslachtoffers. Wie ontbreekt is Marco Gandelman. Navraag bij de auteur leert dat er in 1957 criteria zijn opgesteld, waaraan Marco niet voldoet. Deze in Polen geboren Asjkenazische jood kwam in 1929 met zijn ouders naar Curaçao, maar was (nog) geen Nederlander. Ook stond hij niet ingeschreven bij de burgerlijke stand op het eiland. En dan ben je volgens die criteria geen Antilliaans oorlogsslachtoffer.
In 1939 vertrok Marco, twintig jaar oud, naar Nederland, om in een jeshieve een opleiding tot rabbijn te volgen. In de oorlog diende hij vermoedelijk in het Nederlandse leger. Het Rode Kruis meldde in 1945 namelijk dat Marco gevangen had gezeten in een krijgsgevangenkamp in Cieszyn, op de grens van het huidige Polen en Tsjechië. Daar zou hij aan de tyfus zijn overleden.
Geen Nederlander, niet geboren op een van de Antilliaanse eilanden en niet ingeschreven bij de burgerlijke stand. Het blijven natuurlijk maar regeltjes. Voor veel Antillianen, en zeker voor de Asjkenazische joden op Curaçao, hoort ook Marco Gandelman tot de oorlogsslachtoffers die vandaag, op 4 mei, herdacht worden. Terug naar DitzSchrijft.nl