Tag archieven: benedenwindse eilanden

Dak verdwenen

Je schrikt je dood wanneer je ineens een bijna dakloos monumentje langs de kant van de Weg naar Westpunt (Curaçao) ziet. kas'i pal'i maïshiHet is een van de weinige nog intacte oude huisjes van het eiland. Zo bouwden ze vroeger de huizen, met een dak van maïsstengels, een kas di pal’i maíshi. De beheerster vertelde dat het dak gewoon oud en versleten was. Waarom het nog niet vernieuwd was? Omdat er vorig jaar zo weinig regen was gevallen, dat er onvoldoende maïsstengels geoogst konden worden voor het dak. Dit seizoen was gelukkig regenrijker.

Plotseling realiseer je je dat er vroeger ook regelmatig regenarme jaren waren. En dat de daken van de honderden huizen dan dus niet vernieuwd konden worden, hoe nodig ook.

In 1903 stonden er in West-Curaçao nog zo’n 2.850 kas di pal’i maishi. Een kleine zeventig jaar later waren er nog maar enkele tientallen over. Dit huisje uit ca. 1870 was er een van. Het werd door de stichting Monumentenzorg Curaçao gerestaureerd en dient nu als museumpje. Zonder dak, dus.     Terug naar DitzSchrijft.nl

Monumentenverval Curaçao

SerranostraatUit bijgaande foto zou je niet zeggen dat het slecht gaat met de monumenten op Curaçao. Helaas is dat wel zo. Dat bleek uit mijn gesprekken met monumentenkenners en vertegenwoordigers van buurtorganisaties. Zie daarvoor mijn artikel in Trouw van 21 februari 2014: monumentenverval Curaçao.

Dit 19e-eeuwse huis is alleen maar zo mooi opgeknapt dankzij enorme inspanningen van de eigenaar, Girvin Eustatia. Maar elders op Curaçao kun je ingestorte daken zien. En de overheid doet er bitter weinig aan. Terug naar DitzSchrijft.nl ruïne Otrobanda

Koraalduivel op het menu

In het Engels heten ze lionfish, maar hun Nederlandse naam koraalduivel doet ze meer recht. Deze schitterend ogende vissen zijn namelijk echte duivels, omdat ze op den duur alle jonge vissen op het koraal wegvreten.

foto: Alain Feulvarch

foto: Alain Feulvarch

En ja, zonder jonkies sterven de koraalvissen uit. De kleurrijke papegaaivissen bijvoorbeeld, maar ook coneys, kleine zeebaarzen die door de kustbewoners gegeten worden. Want de koraalduivel is niet kieskeurig als het om voedsel gaat. Hups, voor je het weet is een heel ecosysteem naar de knoppen. Op de Bahamas rekent men met een verlies aan jonge vissen van 80%, sinds de koraalvis er zijn gezicht liet zien. Want dit dier, ooit waarschijnlijk ontsnapt uit een aquarium, rukt in het Caribisch gebied steeds verder op.Hij heeft geen natuurlijke vijanden en dus heeft de mens zich tot zijn vijand nummer 1 verklaard.

Op de Benedenwindse Eilanden Curaçao en Bonaire is men tijdig begonnen met de bestrijding van de koraalvis. En met succes. Onderzoek toont aan dat het aantal koraalduivels in gebieden waar deze bejaagd worden 3 tot  4 keer lager is dan elders. Om van de nood een deugd te maken staat de koraalduivel inmiddels ook op het menu van menig Caribisch restaurant. Doe een goede daad en eet koraalduivel!

Om het de duikers die op koraalduivels jagen gemakkelijker te maken, hebben Carmabi en de Dutch Caribbean Nature Alliance een kaart online gezet waarop te zien wanneer en op welke plekken duikers op koraalduivels hebben gejaagd en hoeveel duivels er op die plekken nog aanwezig zijn. Zie hiervoor www.lionfishcontrol.org. Terug naar DitzSchrijft.nl

 

Jules de Palm overleden

Hij werd 91 jaar, de Curaçaoënaar Julius Ph. de Palm. Velen kennen hem als de man achter de Encyclopedie van de Nederlandse Antillen. Ook was hij bekend als een van de Dichters van het Papiamentse lied. Onder de naam Julio Perrenal brachten De Palm, Pierre Lauffer en René de Rooy in 1943 de Papiamentstalige zangbundel “Cancionero Papiamentu” uit. Zij hoopten daarmee de waardering voor de eigen taal te vergroten. Op Band’abou, het westelijk deel van Curaçao, werden deze liedjes wel gespeeld, maar alleen het radiostation Curom durfde ze ook uit te zenden. Papiamentstalige muziek was destijds  bepaald niet zo populair als nu, om het zacht uit te drukken.

In 1979 bracht de Bezige Bij een heruitgave uit van deze bundel. In de uitgave van 1943 stonden namelijk geen melodieën afgedrukt bij de tien liedjes. Daarom heeft Jules de Palm ze voorgezongen aan de Curaçaose gitarist Julian Coco, waarna deze de muziek noteerde.

Veel voormalige Antilliaanse studenten kennen De Palm van het Centraal Bureau Toezicht Curaçaose Bursalen (CBTCB), dat hij oprichtte en waar hij jarenlang aan het hoofd stond. Zie ook: http://caraibischeletteren.blogspot.nl/2013/10/jules-de-palm-1922-2013.html      Terug naar DitzSchrijft.nl