Tag archieven: Hato

Niewindt: apostolisch vicaris van Curaçao

Het is vandaag, 27 augustus 2024, tweehonderd jaar geleden dat pastoor Niewindt met de ‘Zeemeeuw’ op Curaçao aankomt. Wanneer de Nederlandse Antillen in 1842 worden verheven tot apostolisch vicariaat, een bisdom in wording, wordt Niewindt apostolisch vicaris en titulair bisschop.

Met zijn zorg voor en bezorgdheid om de armen staat hij aan de basis van het latere Sint Elisabeth Hospitaal. Er is weliswaar al sinds 1830 een armenfonds, de R.K. Maatschappij van Weldadigheid, maar hulp voor en verzorging van zieken bestaat nog niet. En vanzelfsprekend ontbeekt het de armen aan geld om zich thuis te laten verzorgen, zoals te doen gebruikelijk in de negentiende eeuw. In 1855 schrijft Niewindt aan de bisschop van Breda […] dikwerf, ja zeer dikwerf hebben wij hier mensen zien sterven, niet slechts uit gebrek aan geneeskundige hulp en geneesmiddelen, maar uit gebrek aan verzorging, aan behoorlijke huisvesting.

Zo komt er nog datzelfde jaar in Otrobanda een katholiek gasthuis, waar arme Curaçaoënaars kosteloos medische verzorging krijgen van de zusters Franciscanessen. De artsen Hendrik van Rhyn, Nicolaas Rojer, Theodorus de Veer, Isaac Senior, Abraham en Morris bieden er gratis medische hulp.

Noodkerk bij Barber

Niewindt komt ook in de districten. Zo draagt hij vanaf 1828 voor zo’n vijfhonderd slaven wekelijks de mis op in een noodkerk bij landhuis Barber. De districtsmeester heeft hier bezwaar tegen omdat hij vreest voor onrust. Maar Niewindt zet door. In 1843 sticht Niewindt een seminarie in landhuis Barber.

Hoe hij zijn activiteiten op Barber combineert met die op de plantage Santa Barbara is onduidelijk. Wanneer George Curiel, kerkmeester van de Santa Annakerk, eigenaar is van deze plantage komt Niewindt er namelijk tweewekelijks naartoe om de mis te lezen voor de bevolking uit de omgeving. Dit eindigt in 1833, wanneer de protestantse Hendrik Schotborgh eigenaar wordt.

Kuren op Hato

Niewindt lijdt aan een leverkwaal en een jaar voor zijn overlijden in 1860 kuurt hij op de plantage Hato, bekend om de gezonde waterbronnen. Dit gebeurt op uitnodiging van de eigenaars, de familie Pierre. Dokter Theodorus de Veer bezoekt hem dagelijks bezoeken. Helaas, zodra Niewindt eenmaal naar de stad terugkeert, verergert de ziekte.

Terug naar DitzSchrijft